Hoe is het mogelijk dat je bij het ene krachtstation vrij eenvoudig het hele gewicht van de pulley kan trekken en bij de andere het gewicht veel te zwaar is? Dit ligt aan de overbrengingsverhouding van het krachtstation.
Technische gegevens
De overbrengingsverhouding van een krachtstation is de verhouding tussen de kracht die je gebruikt en de kracht die het gewicht verplaatst. Dit verschilt per krachtstation en wordt bepaald door het aantal kabels dat is aangesloten op het gewichtsblok.
1 Kabel: Als er 1 kabel is, is de verhouding 1 op 1. Dat betekent dat het gewicht wat je tilt, hetzelfde is als op het krachtstation staat. Als het geselecteerde gewicht 50 kilo is, is er 50 kilo trekkracht nodig.
2 kabels: met 2 kabels is de verhouding 2 op 1, dat betekend dat je maar de helft van het gewicht als trekkracht hoeft te gebruiken. Dus bij 50 kilo is er slechts 25 kilo trekkracht nodig.
3 kabels: Bij 3 kabels is de verhouding 3 op 1, Dat bekend dat er maar een derde deel van het geselecteerde nodig is.
4 kabels: Met 4 kabels is de verhouding 4 op 1, Dat betekend dat er maar een kwart van het geselecteerde gewicht nodig is.
Bij het uittrekken van de kabel geldt het volgende
- Met 1 kabel: wanneer je de kabel 50 centimeter uittrekt, verplaatst het gewichtsblok ook 50 centimeter.
- Bij 2 kabels: als je de kabel 50 centimeter uittrekt, beweegt het gewichtsblok slechts 25 centimeter.
- Bij 3 kabels: wanneer je de kabel 50 centimeter uittrekt, verplaatst het gewichtsblok zich slechts 16,6 centimeter.
- Met 4 kabels: als je de kabel 50 centimeter uittrekt, is de effectieve afstand slechts 12,5 centimeter.
Hoe beïnvloed dit je training?
De overbrengingsverhouding beïnvloed hoe zwaar een oefening aanvoelt. Het gewicht dat je kiest, geeft dus niet altijd precies aan hoe zwaar de oefening zal zijn. Op verschillende apparaten kun je meer of minder gewicht tillen met dezelfde inspanning.
Dus, voordat je begint met een oefening op een krachtstation, kijk naar het aantal kabels dat aan het gewichtsblok is gekoppeld. Dit kan je helpen inschatten hoe zwaar de oefening zal aanvoelen.